18jun-zeehond.jpg
Voor Janneke en Taeke*

Wanneer ik terugblik op de vele wereldreizen die ik in de loop der jaren heb ondernomen, krijg ik soms de indruk dat het niet zozeer de grenzen en fronten, de moeilijkste zorg en onrust baarden, als wel de tekens weer opspelende onzekerheid over de aard, de kwaliteit en het verloop van een ontmoeting met Anderen, met andere mensen die ik ergens onderweg zou tegenkomen. Ik wist immers dat veel, misschien alles daarvan zou afhangen. Elke ontmoeting betekende een groot vraagteken. Hoe zal deze verlopen? Hoe zal deze aflopen?

uit: Ryszard Kapuschinski, De ander: essays van de reporter van de eeuw (Amsterdam, 2006), p. 97.

*Janneke en Taeke kwam bij ons huisje aan met het bericht dat er een zeehond ongeveer 500 meter van het huisje vandaag gestrand was. We bellen dit om te bellen en liepen terug om Hessel, de “zeehondenvader’, met zijn jeep op te wachten bij de zeehond. Hessel: ‘Nog een kleintje, een paar dagen oud en zijn moeder kwijtgeraakt in de storm. We zullen hem ‘Oerol’ noemen en naar Pieterburen brengen. Janneke en Taeke miste zo het citaat dat wij voor hun uitzochten. Dus bij deze via de website.

 

Comments are closed.

Reacties
Zoeken